Arie houdt zich erg bezig met boeven. Wat doet een boef, hoe ziet een boef eruit enzovoort. Pas geleden zaten we met z’n allen in de auto en moesten tanken. Bij het tankstation stopte ook een auto met twee politieagenten. “Mama! Straks denken denkt de politie dat je een boef bent, je hebt een zwarte jas aan!”
Het gespreksonderwerp bij het avondeten was: hoe doe je tegen politie agenten. Ik heb ze geprobeerd uit te leggen dat je het best vriendelijk kunt zijn en een beetje voorzichtig met grapjes. Niet te vrijpostig, zoals bij de door de Arie geopperde kus en knuffel. En al helemaal geen spuugkus, even opletten maar met grapjes. Hoewel ik niet denk dat je voor “Gekkie” roepen in de gevangenis komt, zeker niet als je twee bent (Ted) en hoewel vier al erg groot is, ook Arie niet, doe toch maar niet. Als je groot bent zou een bekeuring wel kunnen.
We hebben voor de zekerheid maar wat alternatieven doorgenomen, mochten we plotsklaps tegen een agent aanlopen. Vriendelijk lachen en goedendag zeggen, daar kun je je geen buil aan vallen. Arie zag meer in een bloemetje plukken en geven, daar maak je ook niet snel iemand boos mee. Je kunt natuurlijk ook snel een tekening uit de tekeningenbewaarmap pakken en deze geven. Nou is small talk echt een van Arie’s specialiteiten. Zo heb je “Ik ben al vier en Ted is twee.” ,“Ik heb een Car’s fiets.” en andere openingszinnen als aanleiding om tegen argeloze voorbijgangers en oeverloos verhaal te beginnen.
Arie was er toch nog wat onzeker over, dus ik stelde voor dat iemand dan even politieagent was en we het zo konden uit proberen. Arie wilde geen politieagent zijn, Ted dan ook niet, ik mocht het ook niet van Arie. Ik heb nog de kamerplant geopperd, maar dat vond Arie echt totale waanzin, die kan natuurlijk niks terugzeggen. “Maaaahaam.”